Hoogbegaafden hebben de naam ruimdenkend en tolerant te zijn. Tot ze binnen Mensa aan de macht komen. Dan blijkt ineens dat ze een hekel hebben aan andersdenkenden. Pesten, uitsluiten, vals beschuldigen, hun vijandigheid jegens mensen met een andere mening kent geen grenzen. Desnoods verklaren ze hen voor gek. Daar gebruiken ze bij Mensa natuurlijk hele nette bewoordingen voor, maar het doel is hetzelfde: mensen iedere zeggenschap ontnemen, vooral over zichzelf.

Ook ik werd voor gek niet aanspreekbaar verklaard. Ik had de vertrouwenspersonen van Mensa namelijk geïnformeerd over een privacyschending die had plaatsgevonden. Dat ging allemaal goed tot het bestuur zich ermee ging bemoeien. Zij kwamen met het dringende advies om naar Mensa’s interne rechtbank te stappen. Dus deed ik dat. Niet wetende dat ik er ingeluisd werd.

In plaats van mijn melding serieus te nemen draaide Mensa de beschuldiging om: niet de ander, maar ik was schuldig. Aan wat weet ik nog steeds niet, maar na jarenlang probleemloos lid te zijn geweest vormde ik ineens een Bedreiging. En dat kwam goed uit, want nu konden de leiders allerlei Reddingsoperaties bedenken. Helaas zijn de leiders van Mensa ‘onhandig’ en ‘onwetend’. Het gaat steeds mis! Terwijl ze heus goede bedoelingen hebben.

Of toch niet?

Als ik echt zulke foute dingen had gedaan, waarom trof de interne rechtbank dan geen maatregelen tegen mij? Er heeft immers een maandenlange procedure gelopen, waarin ik, weliswaar achter mijn rug om, van de meest vreselijke dingen werd beschuldigd.

Als ze zich echt zo Bedreigd en Onveilig voelden, waarom namen de leden van de rechtbank en van het bestuurd dan geen contact op met de vertrouwenspersonen? Ze wisten toch dat ik met hen een normaal contact had? Maar nee, dat deden ze niet. De vragen van de vertrouwenspersonen werden niet beantwoord. In plaats daarvan liet het bestuur hen weten dat ik “belangrijke afspraken en regels rond privacy duurzaam met voeten trad”. Ik vormde een dermate Groot Gevaar voor de Veiligheid van Mensa, dat de vertrouwenspersonen zich maar beter afzijdig konden houden. “Met alle respect voor jullie goede bedoelingen.” Dat zei het bestuur er ook nog bij.

En als ik werkelijk ‘niet aanspreekbaar’ was, waarom namen de leden van de rechtbank en het bestuur dan geen contact op met mijn advocaat? Ik had hem speciaal ingeschakeld omdat ik mijn geduld aan het verliezen was. Twee maanden nadat ik me bij de interne rechtbank had gemeld, waren we nog geen centimeter opgeschoten. Roeland van Zeijst en de andere leden van de rechtbank weigerden namelijk hoor en wederhoor toe te passen. In plaats daarvan leken ze een eigen agenda te hebben. Vanwege alle geheimzinnigheid was ik bang dat de situatie zou escaleren. Ik ken mezelf. Op een gegeven moment kan ik niet aardig meer blijven. Mijn advocaat daarentegen is zo beleefd als wat. Vriendelijk en correct. Scheve stoeptegels gaan recht liggen als mijn advocaat er overheen loopt.

Ruim van tevoren stelde ik de vertrouwenspersonen, de interne rechtbank en het bestuur op de hoogte. Ik wilde dat ze zouden begrijpen waarom ik de zaak door mijn advocaat liet afhandelen, zodat ze het niet verkeerd zouden opvatten. Je weet het maar nooit bij de Mensaas. Voor je het weet raken ze in paniek. De vertrouwenspersonen lieten weten het prettig te vinden dat ik hen op de hoogte hield. Van de geschillencommissie en van het bestuur reageerden niet op mijn voornemen. Dus dacht ik dat het goed zat.

Maar nee, zowel de vertrouwenspersonen als mijn advocaat werden later met alle respect leugens en gekonkel alsnog op afstand gehouden. Ook de Mensa-advocaat werd niet geraadpleegd, ondanks mijn verzoek. En de Mensa-rechtbank weigerde de beschuldigingen aan mijn adres in te trekken. Allemaal om ervoor te zorgen dat er vooral geen oplossing zou komen. Escalatie, dat was het doel. Mij net zo lang treiteren tot ik weinig anders kon dan terugslaan. En dan… zie je wel? Gek!

Reacties zijn gesloten.